"Op de stoel aan tafel zat een wezen met twee grijze gezichten: de schilder Hendrik Willem Mesdag met op schoot zijn neef Gerrit van Houten. Oom tekende traag met een dik potlood. Gerrit mocht raden wat. 'Een visserspink.' En waar was die visserspink? Op volle zee. Goed. Dit? Een stapel stenen."

Citaat uit de roman Het dikke hart van Tonnus Oosterhoff. Visserspink gaf ons even een surrealistisch beeld van een verloren lichaamsdeel maar het is, gewoon, de benaming voor een type vaartuig.

Van pink in de betekenis van zowel vinger als vaartuig is de 'etymologie onzeker'. Zou er zoiets bestaan als dobberende woorden?